Groep 1
Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des He-ren hand;
geen hupje doorzingen
moedi-ig sla ik dus de ogen naar het onbekende land.
wel hupje
Leer mij-ij volgen zonder vra-agen; rust
Vader, wat Gij do-et is go-ed! rust
Leer mij-ij slechts het heden dragen rust
met een rustig, kalme moed!
2
Heer, ik wil uw liefde loven, al begrijpt mijn ziel U niet.
geen hupje doorzingen
Zali-ig hij, die durft geloven, ook wanneer het oog niet ziet.
Schijne-en mij uw wegen dui-uister,
zie, ik vraag U ni-iet: waaro-om?
Eenma-al zie ik al uw luister,
als ik in uw hemel kom!
3
Laat mij niet mijn lot beslissen: zo ik mocht ik durfde niet.
Ach, ho-oe zou ik mij vergissen, als Gij mij de keuze liet!
Wil mij-ij als een kind beha-and'len,
dat alleen de we-eg niet vi-indt:
neem mij-ijn hand in uwe handen
en geleid mij als een kind.
4
Waar de weg mij brengen moge, aan des Vaders trouwe hand,
loop i-ik met gesloten ogen naar het onbekende land.